Zorggegevens

De cijfers die hier volgen, geven een beeld van het werk dat wij het voorbije jaar realiseerden.
Deze gegevens hebben uitsluitend betrekking op patiënten die zorgen ontvangen die vergoed werden uit de nomenclatuur, zoals bepaald door het RIZIV.

Klik hier voor de uitbreiding van de kerncijfers 2018. 

Patiënten

We verzorgden 154.523 patiënten. Per maand kregen in Vlaanderen gemiddeld 67.423 patiënten een thuisverpleegkundige van het Wit-Gele Kruis over de vloer.

Leeftijd & geslacht

Vrouwen vormden de grootste groep patiënten (58,4 %).

Gemiddelde leeftijd:

  • gemiddelde leeftijd: 77,8 jaar
  • vrouwen: 79,4 jaar
  • mannen: 75,2 jaar

De hogere leeftijdsgroepen van onze patiënten waren sterk vertegenwoordigd: 70,4 % is ouder dan 60 jaar. Het aantal hoogbejaarden (80 jaar of ouder) bedroeg 33,6 %.

Katz-schaal

De Katz-schaal bestaat uit zeven niveaus en meet de afhankelijkheid van patiënten voor essentiële activiteiten van het dagelijkse leven:

  • Katz 1 = patiënt is volledig onafhankelijk voor alle items
  • Katz 2 = patiënt is afhankelijk voor 'wassen'
  • Katz 3 = patiënt is afhankelijk voor 'wassen' en 'kleden'
  • Katz 4 = patiënt is afhankelijk voor 'wassen', 'kleden' en 'verplaatsen'
  • Katz 5 = patiënt is afhankelijk voor 'wassen', 'kleden', 'verplaatsen' en 'toiletbezoek'
  • Katz 6 = patiënt is afhankelijk voor 'wassen', 'kleden', 'verplaatsen', 'toiletbezoek' en 'incontinentie'
  • Katz 7 = patiënt is afhankelijk voor 'wassen', 'kleden', 'verplaatsen', 'toiletbezoek', 'incontinentie' en 'eten'

In de referentiemaand (oktober) vulden we voor 68.429 (44,3 %) patiënten een Katz-schaal in.

Zorgafhankelijkheid

Alle items (wassen, kleden …) werden gescoord op een vierpuntenschaal, naargelang de afhankelijkheid van de patiënt. Zo kan de verpleegkundige de zorgafhankelijkheid van de patiënt evalueren.

De meeste patiënten waren afhankelijk voor:

  • wassen (65,8 %)
  • kleden (63,0 %)

Ongeveer driekwart (44,8 %) van de patiënten had hulp nodig bij het eten. Van deze patiënten was 2,7 % (1.968 personen) totaal afhankelijk bij het eten en had 7,2 % (5.159 patiënten) gedeeltelijk hulp nodig bij het eten of het drinken.

Bezoeken & handelingen

We legden 17.565.051 bezoeken af en verrichtten 25.976.891 vergoedbare handelingen.

Voornaamste handelingen

  • hygiënische zorgen (39,3 %): tijdens deze zorg detecteerde de verpleegkundige de nood aan andere zorgen waarbij de zelfredzaamheid zo veel mogelijk gestimuleerd werd.
  • wondzorgen (20,8 %): deze zorg verschilde naargelang de aard van de wonde. We verrichten het meest complexe wondverzorging (47,8 %). Ook compressietherapie, namelijk het aan- en uitdoen van kousen (28,6 %) of het aanbrengen van bandages of compressieverbanden (8,9 %) werd veelvuldig verricht.
  • inspuitingen (12,8 %): in totaal gaven we 3.331.307 inspuitingen gegeven.
  • andere zorgen in de forfaits (15,0 %): dit zijn zorgen die niet werden gespecificeerd. Dit geeft aan dat de verpleegkundige veel meer deed dan wat de nomenclatuur vermeldt.
  • medicatie voorbereiden en toedienen (8,6 %): het voorbereiden en toedienen van medicatie bij chronisch psychiatrische patiënten (15,2 %), de wekelijkse voorbereiding van geneesmiddelen per os (12,7%) en het voorbereiden van medicatie bij forfaitpatiënten (72,1 %).
  • diabetesverstrekkingen: er waren 33.360 diabeteseducaties (10,7 % van alle diabetesverstrekkingen). Erkende verpleegkundigen of diëtisten diabeteseducatoren leerden de patiënt de zorg in eigen handen te nemen.

 

Andere vergoedbare zorgen

Andere vergoedbare zorgen (1,5 %) waren de meer gespecialiseerde verpleegkundige zorgen zoals:

  • blaaszorg, waaronder blaassondage, -instillatie en -spoeling (47,6 %)
  • gastro-intestinale zorg (45,9 %) met onder meer gastro-intestinale tubage en drainage, darmspoelingen, enterale voeding via maagsonde, gastro- of enterostomiesonde
  • vulva-, vaginazorgen en aspiratie van luchtwegen (6,5 %)

Een klein maar belangrijk deel (0,4 %) van de verpleegkundige handelingen waren de palliatieve zorgen. De patiënt wordt in zijn/haar laatste levensfase begeleid.

De palliatieve zorgen bestonden voornamelijk uit:

  • nachtbezoeken (47,9 %)
  • overlegvergaderingen met de huisarts (21,6 %)
  • contact met de referentieverpleegkundige (19,8 %)
  • psychosociale interventies (2,2 %)

 

Verpleegkundig consult & advies

Er werden 41.295 (0,2 %) verpleegkundige consulten en verpleegkundige adviezen verricht. Het verpleegkundig consult geeft de verpleegkundige de mogelijkheid om de verpleegkundige gezondheidsproblemen en de zorgdoelen van de patiënt te formuleren. In 2018 ontvingen 33.234 patiënten (21,5 %) dit consult.

De tweede intellectuele verstrekking is het verpleegkundig advies en overleg in functie van de wekelijkse voorbereiding van de geneesmiddelen per os (voor orale toediening) met akkoord van de behandelend geneesheer. Het verpleegkundig advies werd bij 7.823 patiënten (5,1 %) verstrekt.

 

Specifiek technisch verpleegkundige verstrekkingen

Dit zijn gespecialiseerde handelingen zoals intraveneuze of subcutane perfusie, parenterale voeding en het plaatsen van een verblijfskatheter of specifiek materiaal voor het toedienen van geneeskundige oplossingen in een implanteerbare kamer. Enkel bachelors of gegradueerde verpleegkundigen mogen deze zorgen toedienen.

Zorg in functie van leeftijd

Belangrijkste vaststellingen

  • Naarmate de leeftijd van patiënten vorderde vergrootte het aandeel van de hygiënische zorg.
  • Patiënten tot 59 jaar kregen de meeste inspuitingen.
  • Het aandeel van de wondzorgen daalde met de leeftijd vanaf 70 jaar.
  • Het aandeel van de andere zorgen, vergoedbaar in de forfaits nam toe tot 99 jaar.

Vergoeding

De RIZIV-nomenclatuur bepaalt de vergoeding van de verpleegkundige zorg. Dit is afhankelijk van de zorgafhankelijkheid van de patiënt, die door middel van de Katz-score ingedeeld wordt in een bepaalde vergoedingsgroep. Zo wordt de verzorging van patiënten met een hoge zorgafhankelijkheid op forfaitaire basis vergoed.

Voor de meeste patiënten werd de verzorging per handeling vergoed. We onderscheiden patiënten die een verzorging per handeling ontvangen (dit zijn licht zorgafhankelijke patiënten) en forfaitpatiënten (dit zijn matig tot erg zorgafhankelijke patiënten).

Verband Katz-schaal en vergoeding

Forfait-C-patiënten en patiënten met het palliatief forfait C bevinden zich voornamelijk in de categorie Katz 7. Omgekeerd merken we echter dat 10,7 % (3.815 personen) van de patiënten waarvoor er een vergoeding per handeling is, een Katz-score van 6 of 7 hebben, hetgeen toch een grote afhankelijkheid inhoudt voor de items incontinentie en/of eten.

Katzcat/VG per handeling FFA FFB FFC FPA FPB FPC
1 39,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%
2 29,1% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%
3 13,4% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%
4 3,5% 19,9% 0,0% 0,0% 49,4% 0,0% 0,0%
5 4,3% 52,1% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%
6 9,0% 24,6% 69,6% 0,1% 38,6% 49,1% 0,0%
7 1,7% 3,4% 30,4% 99,9% 12,0% 50,9% 100,0%
Totaal 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0%

Handelingen per bezoek & verzorgingsdag, bezoeken per verzorgingsdag

De figuur illustreert een stijgend aantal handelingen en bezoeken naar het vergoedingstype. Dit toont duidelijk aan dat hoe hoger de zorgafhankelijkheid is, hoe groter de intensiteit van de thuisverpleging.

Samenwerking met artsen

In 2018 schreven 17.779 artsen verpleegkundige zorg voor. 

Door de jaren heen nam het percentage artsen specialisten toe: zowel in 2018 als in 2017 en 2016 was het merendeel van de geneesheren een specialist.

Patiënten die beroep deden op de huisarts voor een voorschrift waren in de meerderheid (55,8 %), evenals de vergoedingen die de verpleegkundige voor de zorg ontving (82,7 %). Dit kwam door het feit dat de thuisverpleegkundige vaak chronisch zieke patiënten verzorgde (forfaits), waar de zorg van patiënten met een voorschrift van een specialist meer kortdurende zorgen waren (per handeling).

Oorzaken van de toename in het aantal specialisten waren het feit dat er steeds meer specialisatie subcategorieën werden erkend door het RIZIV en de toename van  het aantal artsen dat zich specialiseerde.

Wit-Gele Kruis in de sector van de thuisverpleging

In de Vlaamse sector van de thuisverpleging heeft het Wit-Gele Kruis een globaal marktaandeel van 29,9 %. Voor bepaalde handelingen overstijgt het marktaandeel dit gemiddelde. Zo is er voor de diabeteseducaties in de zorgtrajecten een marktaandeel van 64,6 %. Daarbovenop stelt het Wit-Gele Kruis hiervoor naast verpleegkundigen ook diëtisten te werk. Ook voor het verpleegkundig consult is het marktaandeel aanzienlijk: 47,5 %.